6 december 1989
Mijn Heer, leer mij, als U het wilt, geduldig te zijn zoals Job geduldig was en zich aan U vastklampte.
reken op Mij, Ik zal je Mijn eigen geduld leren;
Mijn Heer, als het Uw wens is, beziel mij met moed, net zoals in Uw leerlingen.
Mijn bloem, Ik wil je eraan herinneren hoe Ik Mijn Kruis verdroeg, zonder acht te slaan op Zijn schande; dan zul je niet opgeven bij gebrek aan moed; je wordt geleid door Mijn Geest; het is Mijn doel om aan het atheïsme een einde te maken;
ach, Mijn kind! niet velen zullen naar Mijn Stem luisteren, want jouw generatie ontbreekt het aan nederigheid; telkens wanneer Ik Mijn kinderen benaderde door middel van zwakke instrumenten, de Mijnen, velen van de Mijnen, onderdrukken Mijn Stem; dochter, hun voorzichtigheid wordt onvoorzichtigheid omdat zij de vruchten van Mijn Goddelijke Werken niet herkennen en weigeren om te geloven, maar zoals Ik eerder heb gezegd, zij geloven niet omdat zij Mijn schapen niet zijn; de schapen die Mij toebehoren luisteren naar Mijn Stem, Ik ken ze en zij kennen Mij en volgen Mij; dus wat hen betreft zijn deze profetieën vervuld:
“op het einde der tijden zullen er mensen zijn die godsdienst bespotten en niets anders volgen dan hun eigen slechte begeerten; deze ongeestelijke en egoïstische mensen zijn niets anders dan onruststokers;”[1] en, “jullie hebben de naam te leven, maar jullie zijn dood”; “ontwaak”, zeg Ik jullie, “laat het beetje dat je nog aan leven hebt opleven: het sterft snel;”[2]
niet alleen zijn zij dood, maar in hun val willen ze ook Mijn kinderen ervan afhouden Mijn Hemels Brood te eten; ze vergeten dat Ik over hen regeer en dat Ik Mijn Geest van Genade schenk aan wie Ik wil, en dat Ik de geringsten onder de mensen verhef; in hun zondigheid sluiten ze de deur voor Mijn Gezicht; uit boosheid tegenover Mijn engelen ontnemen ze deze generatie alle hoop; ze behandelen Mijn Heilige Geest van Genade niet beter dan de Farizeeën Mij hier op aarde behandeld hebben;
Mijn Vassula, beminde van Mijn Ziel, moed; laat Mij je dit vertellen: Ik heb jullie allen[3] op Mijn Pad geplaatst om deel te nemen aan Mijn Kruis van Vrede en Liefde;
Heer, en wat met “x” ?
ook hij is een slachtoffer van Mijn Liefde, een slachtoffer van Mijn Ziel, een slachtoffer van Liefdes jaloerse liefde, verheug je! want reeds voel je Mijn smarten van Getsemane,[4] maar heb geloof in Mij en vertrouw Mij want Ik ben bij je en deel Mijn Kruis met je tot het einde; Ik en jullie, Mijn beminden, jullie en Ik; samen zullen we strijden, en Ik zeg jullie, bergen kunnen worden geschud en dalen omgevormd, maar het zal jullie nooit ofte nimmer aan Mijn Liefde ontbreken; Mijn Liefde voor jullie is onwankelbaar en Mijn Trouw onveranderlijk, zien jullie?
leun op Mij en Ik zal je ziel laten rusten, maar sta Mij ook toe je te vragen om rust wanneer Mijn Ziel vermoeid is; sta Mij toe Mijn Kruis aan jouw schouders toe te vertrouwen om uit te rusten; Ik, de Heer, zal je aan Mijn Tegenwoordigheid herinneren;
vrede zij met je; verlang naar Mij; Liefde bemint je; heb Mij lief;
verkondig het evangelie met liefde voor Liefde;
[1] Judas vers 1:18-19.
[2] Apoc. 3:2.
[3] Allen die op de een of andere manier deelhebben aan de verspreiding van deze Boodschappen.
[4] Dit heeft betrekking op “x”.