1 december 1992 

Uw woord is mijn vreugde,
mijn leven en mijn hoop.
Wat hebt U in mijn slechte hart gevonden
om Uw Troon daarin te vestigen?
Dag en nacht toont U mij Uw gunsten. 

Ik heb Mijn Troon in jouw hart gevestigd om je te redden en te verlossen; Ik heb Mijn Troon in jouw hart gevestigd om over je te heersen;

Ik heb Mijn Troon in jouw hart gevestigd om je te begiftigen met Mijn Geest; je armoede bekoorde Mij, je ellende heeft Mij aangetrokken; als zo’n gunst wordt betoond aan de slechten, zal Ik dan niet veel meer de rechtschapenen begunstigen, oh kleingelovigen?

Ik ben de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde;